De of het nonnetje?
Het nonnetje
Is het de of het nonnetje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het nonnetje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: nun
Deutsch: Nonne | Bekijk of het der of die Nonne is.
Français: religieuse | Bekijk of het Le o La religieuse is.
Jou of jouw: jouw nonnetje
Buigings-e:
Mooi of mooie nonnetje
Groot of grote nonnetje
Half of halve nonnetje
Grappig of grappige nonnetje
Leeg of lege nonnetje
leuk of leuke nonnetje
Vet of vette nonnetje
Snel of snelle nonnetje
Wit of witte nonnetje
Klein of kleine nonnetje
Rood of rode nonnetje
Dik of dikke nonnetje
Oud of oude nonnetje
Goed of goede nonnetje
Wat rijmt er op nonnetje
Elk of elke: Elk nonnetje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat nonnetje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons nonnetje
Wat rijmt er op nonnetje
kanonnetje -
Buigings-e:
Mooi of mooie nonnetje
Groot of grote nonnetje
Half of halve nonnetje
Grappig of grappige nonnetje
Leeg of lege nonnetje
leuk of leuke nonnetje
Vet of vette nonnetje
Snel of snelle nonnetje
Wit of witte nonnetje
Klein of kleine nonnetje
Rood of rode nonnetje
Dik of dikke nonnetje
Oud of oude nonnetje
Goed of goede nonnetje
Wat rijmt er op nonnetje
Elk of elke: Elk nonnetje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat nonnetje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons nonnetje
Wat rijmt er op nonnetje
kanonnetje -
Oefening van de dag