De of het aardbewoonster?
De aardbewoonster
Is het de of het aardbewoonster
In de Nederlandse taal gebruiken wij de aardbewoonster.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: nature occupant
Deutsch: Natur Insassen | Bekijk of het der of die Natur Insassen is.
Français: la nature des occupants | Bekijk of het Le o La la nature des occupants is.
Jou of jouw: jouw aardbewoonster
Buigings-e:
Mooi of mooie aardbewoonster
Groot of grote aardbewoonster
Half of halve aardbewoonster
Grappig of grappige aardbewoonster
Leeg of lege aardbewoonster
leuk of leuke aardbewoonster
Vet of vette aardbewoonster
Snel of snelle aardbewoonster
Wit of witte aardbewoonster
Klein of kleine aardbewoonster
Rood of rode aardbewoonster
Dik of dikke aardbewoonster
Oud of oude aardbewoonster
Goed of goede aardbewoonster
Wat rijmt er op aardbewoonster
Elk of elke: Elke aardbewoonster
Aanwijzend voornaamwoord: Die aardbewoonster
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aardbewoonster
Wat rijmt er op aardbewoonster
Buigings-e:
Mooi of mooie aardbewoonster
Groot of grote aardbewoonster
Half of halve aardbewoonster
Grappig of grappige aardbewoonster
Leeg of lege aardbewoonster
leuk of leuke aardbewoonster
Vet of vette aardbewoonster
Snel of snelle aardbewoonster
Wit of witte aardbewoonster
Klein of kleine aardbewoonster
Rood of rode aardbewoonster
Dik of dikke aardbewoonster
Oud of oude aardbewoonster
Goed of goede aardbewoonster
Wat rijmt er op aardbewoonster
Elk of elke: Elke aardbewoonster
Aanwijzend voornaamwoord: Die aardbewoonster
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aardbewoonster
Wat rijmt er op aardbewoonster
Oefening van de dag