De of het uitwerkingboek?
Het uitwerkingboek
Is het de of het uitwerkingboek
In de Nederlandse taal gebruiken wij het uitwerkingboek.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: elaboration book
Jou of jouw: jouw uitwerkingboek
Buigings-e:
Mooi of mooie uitwerkingboek
Groot of grote uitwerkingboek
Half of halve uitwerkingboek
Grappig of grappige uitwerkingboek
Leeg of lege uitwerkingboek
leuk of leuke uitwerkingboek
Vet of vette uitwerkingboek
Snel of snelle uitwerkingboek
Wit of witte uitwerkingboek
Klein of kleine uitwerkingboek
Rood of rode uitwerkingboek
Dik of dikke uitwerkingboek
Oud of oude uitwerkingboek
Goed of goede uitwerkingboek
Wat rijmt er op uitwerkingboek
Elk of elke: Elk uitwerkingboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat uitwerkingboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons uitwerkingboek
Wat rijmt er op uitwerkingboek
Buigings-e:
Mooi of mooie uitwerkingboek
Groot of grote uitwerkingboek
Half of halve uitwerkingboek
Grappig of grappige uitwerkingboek
Leeg of lege uitwerkingboek
leuk of leuke uitwerkingboek
Vet of vette uitwerkingboek
Snel of snelle uitwerkingboek
Wit of witte uitwerkingboek
Klein of kleine uitwerkingboek
Rood of rode uitwerkingboek
Dik of dikke uitwerkingboek
Oud of oude uitwerkingboek
Goed of goede uitwerkingboek
Wat rijmt er op uitwerkingboek
Elk of elke: Elk uitwerkingboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat uitwerkingboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons uitwerkingboek
Wat rijmt er op uitwerkingboek
Oefening van de dag



